Europese diaspora

Europese diaspora
Totale bevolking Meer dan 480.000.000

7% van de totale wereldbevolking

Verspreiding Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
223.553.265 (75,1%)
Vlag van Brazilië Brazilië
91.051.646 (47,7%)
Vlag van Argentinië Argentinië
36.200.000 (85%)
Vlag van Canada Canada
25.186.890 (77,2%)
Vlag van Australië Australië
20.982.665[bron?] (92%)
Vlag van Mexico Mexico
20.100.000 (15%)
Vlag van Colombia Colombia
17.519.500 (37%)
Vlag van Venezuela Venezuela
13.169.949 (42,2%)
Vlag van Chili Chili
9.128.000 (52,7%)
Vlag van Cuba Cuba
7.160.399 (64,1%)
Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika
4.472.100 (8,4%)
Vlag van Costa Rica Costa Rica
3.500.000 (82%)
Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland
3.381.076 (74%)
Vlag van Uruguay Uruguay
2.851.095 (88%)
Vlag van Guatemala Guatemala
2.700.000 (18,5%)
Vlag van Dominicaanse Republiek Dominicaanse Republiek
2.000.000 (16%)
Vlag van Bolivia Bolivia
2.000.000 (15%)
Vlag van Peru Peru
1.400.000 (12%)
Vlag van Ecuador Ecuador
1.400.000 (7%)
Vlag van Paraguay Paraguay
1.300.000 (20%)
Vlag van Nicaragua Nicaragua
1.000.000 (17%)
Vlag van El Salvador El Salvador
1.000.000 (15%)
Taal Europese talen
Geloof Meerderheid (christendom, voornamelijk katholiek en protestantisme) · atheïsme · overig
Jodendom
Islam
Boeddhisme
Hindoeïsme
Verwante groepen Europese Unie § Bevolking
Portaal  Portaalicoon   Landen & Volken
Europa

De Europese diaspora slaat terug op de wereldwijde gemeenschappen, die afstammen van de historische beweging van de Europeanen, voornamelijk naar Amerika, Afrika en Australazië en andere gebieden over de hele wereld.

Europese emigratie begon op grote schaal tijdens het Europese koloniale imperium tussen de 17e en 19e eeuw en gebeurt tot op heden. Dit betreft met name het Spaanse Rijk in de 16e en 17e eeuw (uitbreiding van de hispanofonie), het Britse Rijk in de 18e en 19e eeuw (uitbreiding van de anglofonie), het Portugese rijk en het keizerrijk Rusland in de 19e eeuw (uitbreiding naar Centraal-Azië en het Russische Verre Oosten).

Van 1815 tot 1932, verlieten 60 miljoen (met vele mensen die terugkeerden) Europa, voornamelijk naar de gebieden van Europese nederzettingen in Amerika (voornamelijk naar de Verenigde Staten, Canada, Argentinië en Brazilië), Australië, Nieuw-Zeeland en Siberië.[1] Deze bevolking vermenigvuldigde zich snel in haar nieuwe habitat; sneller dan de bevolking in Afrika en Azië. Als gevolg daarvan, was aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog (1914), 38% van de totale wereldbevolking van Europese afkomst.[1]

In Azië hebben de Europese afstammelingen (met name Russen) de overhand in Noord-Azië, wat onderdeel is van de Russische Federatie. Afrika heeft geen landen met Europese meerderheden, maar er zijn aanzienlijke minderheden in Zuid-Afrika en Namibië te vinden.

De landen die in Amerika – tussen 1871 en 1960 – een grote golf aan Europese immigranten kregen, waren: de Verenigde Staten (27 miljoen), Argentinië (6,5 miljoen), Brazilië (4,5 miljoen), Canada (4 miljoen), Venezuela (meer dan een miljoen), Cuba (610.000) en Uruguay (600.000). Chili, Peru en Mexico ontvingen ook een kleine golf aan Europese migranten.

  1. a b (en) European Migration and Imperialism. Gearchiveerd op 17 december 2014. Geraadpleegd op 8 mei 2015. "The population of Europe entered its third and decisive stage in the early eighteenth century. Birthrates declined, but death rates also declined as the standard of living and advances in medical science provided for longer life spans. The population of Europe including Russia more than doubled from 188 million in 1800 to 432 million in 1900. From 1815 through 1932, sixty million people left Europe, primarily to "areas of European settlement," in North and South America, Australia, New Zealand and Siberia. These populations also multiplied rapidly in their new habitat; much more so than the populations of Africa and Asia. As a result, on the eve of World War One (1914), 38 percent of the world’s total population was of European ancestry. This growth in population provided further impetus for European expansion, and became the driving force behind emigration. Rising populations put pressure on land, and land hunger and led to "land hunger." Millions of people went abroad in search of work or economic opportunity. The Irish, who left for America during the great Potato famine, were an extreme but not unique example. Ultimately, one third of all European migrants came from the British Isles between 1840 and 1920. Italians also migrated in large numbers because of poor economic conditions in their home country. German migration also was steady until industrial conditions in Germany improved when the wave of migration slowed. Less than one half of all migrants went to the United States, although it absorbed the largest number of European migrants. Others went to Asiatic Russia, Canada, Argentina, Brazil, Australia and New Zealand."

© MMXXIII Rich X Search. We shall prevail. All rights reserved. Rich X Search